Hoger Beroep RDM kwestie


Het havenproces en de Ad Bos-variant

7 mei 2015

 

Vorige week dinsdag gaf podium aan de pleiters van de verdachten in de Havenzaak genaamd ‘Golf’. Het betreft inmiddels de derde dag pleidooi. De zaak Golf richt zich op de vermeende paulianeuze transacties en geantedateerde overeenkomsten ter dekking van de herfinancieringen ten behoeve van de beruchte Havengaranties die door HbR directeur Willem Scholten verstrekt werden aan de RDM groep. Ook de gestelde steekpenningen aan Scholten worden hier in Hoger Beroep behandeld. Die zittingsdag ving aan om negen, en sloot af tegen half zeven. En het is nog niet de laatste. In deze clash kwamen de scherpste schoten op het doel pas in de verlenging.

De wissel

De verdediging van Joep van den Nieuwenhuizen gaf na lezing van ruim een officiële werkdag omstreeks kwart over vijf aan de spreekbeurt aan de raadsman van de financial controller te gunnen, nu hijzelf overwoog, en zich bij het Hof daarbij de vrijheid verzocht een nog ongelezen deel van zijn pleitnota naar later momentum op te schorten. Deze wissel bleek een aanvaller voor een centrale verdediger in te brengen; de internationale strafrechtjurist Gert-Jan Knoops.
De gevreesde spits kwam fris van de bank, en stelde voor om de resterende blessuretijd (het OM had nog geen krampverschijnselen, maar wreef zich buiten het veld op alle zere plekken) in te vullen met slechts een inleidend pleidooi en lezing van enkele paragrafen omtrent de niet-ontvankelijkheid verderop in zijn pleitnotitie in de zaak van zijn cliënt. Bedoelde cliënt is Marcel (B.).

De Advocaat-Generaal protesteerde bij de verschijning van deze offensieve wissel. Een inleidend pleidooi van mr. Knoops is wat de buitenkant voet was van v. Hanegem. Een wakkermakertje. De A-G weet ongetwijfeld uit andere lopende procedures dat Knoops de komende weken in het buitenland verblijft, in elk geval tot de twintigste. Dit uurtje inleiding wil hij daarom naar de volgende zittingsdag zien op te schorten. Die is pas de twaalfde. Zoals de meeste bezwaren aan de zijde van het OM is dit er een van tactische waarde; Opschorting van het volgend pleidooi betekent geen Knoops in de laatste minuten, en bovendien geen Knoops in de volgende pot.
Mr. Knoops oogde fit, en gretig. Precies wat het Hof nodig had. Het zijn lange dagen. Een uurtje erbij kan geen kwaad.

Marcel was book-controller bij de in 2004 gefailleerde firma waar hij gaandeweg het onderzoek mede verdacht werd van faillissementsfraude. SP was een firma uit de RDM groep. Een firma van Joep. De vennootschap waarin volgens het OM meervoudig bedrieglijke bankbreuk is gepleegd, zelfs valsheid in geschifte, en bovendien geïnitieerd en/of vormgegeven door Marcel. Die aanklacht, behoudens andere, waarvoor hij in eerste aanleg is vrijgesproken, is begin maart van dit jaar (na jaren) door het OM niet meer in hoger beroep doorgezet. Voor mr. Knoops geen reden om de kwestie niet in deze instantie te behandelen c.q. te bepleiten. De vrijspraak op dit feit dient namelijk een n-o (niet ontvankelijk) te zijn. Belangrijk verschil.

Marcel was slechts een paar maanden in dienst als controller bij SP, toen deze failleerde in de zomer van 2004. In het najaar dat daarop volgde werd hij, evenals andere collega’s van de financiële afdeling en bestuurders, niet alleen gehoord door curator en rechter commissaris, maar ook door FIOD. Na lezing van een aantal verslagen van deze verhoren was het justitie al snel duidelijk dat Marcel adequaat antwoorden wist te verstrekken op vragen over de balansposities en de keuzes voor mutaties daarin. Bovendien begon Marcel zich gaandeweg serieuzer te verdiepen in de vragen die ontstonden omtrent de transacties die ter discussie stonden bij de curator. De reden van deze zoektocht was eenvoudig; Marcel kon balansen en posten beter lezen dan de mensen die belast waren met het onderzoek. Bovendien begreep hij de grondslag voor de ontmanteling en herwaardering van de vennootschap, die met een overzichtelijke balans en voor het Havenbedrijf bruikbare activiteiten op maat moest worden gesneden om als onderpand te dienen voor de herfinanciering van de Havengaranties.

Opgewekte verwachtingen

Niet alleen Marcel’s kennis, maar ook zijn functie en betrokkenheid bij het opstellen van de startbalansen voor de zekerheidstellingen ten behoeve van de herfinanciering wekte hoge verwachtingen op bij justitie. Die rekende op een harde belastende verklaring, maar die kwam niet. De opvatting dat het OM op 6 februari 2011 besloot om Marcel mede te vervolgen om hem onder druk te kunnen zetten, en daarmee alsnog een belastende verklaring te ontfutselen laat mr. Knoops achterwege.
Zelfs het voorstel (bij justitie onder Fred Teeven spreekt men liever van een ‘deal’) met een schikking van vijfduizend euro en een poosje straatvegen voor een belastende verklaring wordt door Knoops niet aangehaald in zijn betoog. Knoops beperkt zich liever tot ‘opgewekte verwachtingen’, en de ‘ongelukkige samenloop’ daarin. Desalniettemin heeft het Openbaar Ministerie Marcel ten onrechte gehouden voor de initiator en vormgever van de concursus omtrent de faillissementsfraude.

Zorgvuldigheidsbeginsel

De raadsman pakt uit. Reeds na vrijspraak van faillissementsfraude in eerste aanleg, heeft het OM pas op 3 maart jongstleden de aanklacht ingetrokken, en daarmee besloten de vrijspraak niet te bestrijden in hoger beroep. Dit besluit kan nadelig uitpakken voor het OM. Als bestuursorgaan is zij niet alleen gehouden aan het bestuursrechtelijke zorgvuldigheidsbeginsel van art. 3:2 Awb, maar ook aan behoorlijke belangenafweging in deze vervolging.
In zijn ijver had Marcel destijds voor eigen verdediging en maatschappelijk nut een persoonlijk onderzoek verricht op basis van de beschikbare documenten uit de data-room voor dit dossier. Nu hijzelf verdacht werd, had hij toegang tot deze boekhouding. De conclusies als boekhoudkundige getuige heeft hij opgesteld en beargumenteerd in twee rapporten, genaamd ‘Bevindingen I en II’. De afspraak met het OM was dat de waardering door mr. Loos op deze eigen-analyse het criterium zou vormen voor wel- of niet-vervolging van de controller. De rapporten zijn echter nooit beoordeeld.
Een afspraak is niet nagekomen.

Meerdere fundamentele rechtsbeginselen zijn geschonden, en daarmee is de behoorlijke procesorde verstoord. Wellicht is er misbruik gemaakt van vervolgingsrecht, door de controller aan te merken als ontwerper en initiator van de faillissementstransacties.

Aan het lijntje

Menig lezer zal zich de vervolging van klokkenluider Ad Bos herinneren in de schaduwboekhouding-zaak van bouwfirma Koop Tjuchem c.s.
Bos had echter zelf weleens reisjes verstrekt aan ambtenaren, en kleine geldsommen. Daar was gedeeltelijk nog boekhouding van.
“Wij hebben hem een beetje aan het lijntje gehouden” was de verklaring van Advocaat-Generaal mr. de Wijkerslooth de Weerdesteijn.
Na jarenlang appèl op de bestuursrechtelijke beginselen van belangen- afweging, vertrouwensbeginsel, en zorgvuldigheidsverplichting, werd na toewijzing door het Hof, en later weer na terugverwijzing door de Hoge Raad de aanklacht uiteindelijk ingetrokken.
In tegenstelling tot Ad Bos is Marcel geen bestuurder geweest, en heeft hij zich ook niet schuldig gemaakt aan (al was het maar een kattebel) de tenlastelegging. Dat kan het OM wederom geld gaan kosten.

Het OM heeft hier kennelijk de Ad Bos-variant toe willen passen, en lijkt opnieuw in haar eigen hinderlaag te lopen.
De Advocaat-Generaal lijkt letterlijk het hoofd te buigen, en prikt met priemende wijsvingers op een toetsenbord. Bril op zijn neus. Het beeld van een klerk in de telkamer. Merkwaardig genoeg hakken zijn vingers niet op een telmachine, maar op zijn toetsenbord.
Men zou veronderstellen dat een aanklager in een gecompliceerde zaak blind kan typen, liefst met tien vingers. De pleidooi van de verdediging beslaat drie dikke gebonden ringbanden van minstens drie centimeter dik. Men vraagt zich af hoe een A-G zijn repliek, die goed zal zijn voor twee dagen leesstof, met twee vingers typt?
Vanaf 19 mei zullen we het weten…

Een gedachte over “Hoger Beroep RDM kwestie

Plaats een reactie